Vroeg wakker want mijn lichaam zal de moeheid hebben verwerkt. Na een ontbijtje is het heerlijk om te weten dat je even niet meer hoeft te hardlopen. Toch trek ik mijn wandelschoenen aan want ik wil even genieten van een wandeling langs het meer. Even een frisse neus. Straks even bij de garage langs wandelen om te kijken naar de vorderingen. Tijdens de wandeling is het heerlijk het water te horen kabbelen op de stenen, er staat een fris windje en een bleek zonnetje tussen de wolken door. Heerlijk..ik kijk even om en zie ons dorpje klein achter me liggen. Ik wacht even en kan het niet nalaten nog even diep te zuchten. Kon ik altijd maar zo relaxed leven. Maar ik zal straks ook weer moeten werken en een dagelijks
ritme krijgen. Ik loop verder en sla linksaf richting de hoofdweg. Op naar de garage. Ik groet een onbekend stel en hoor in het voorbijgaan dat het Nederlanders zijn. Het blijft niet ongewoon om hier Nederlands te horen. De hoofdweg nadert en na een klein kwartiertje loop ik de garage in. Ik hoef geen vraag meer te stellen. Mijn Tipo staat op de brug, de motor bijna gestript en er hangt een monteur verveeld over de motorkap heen, staand op een keukentrap. Er ontstaat toch even kortsluiting in mijn hoofd. Ik word boos, echt heel boos. Wat hebben ze al die tijd gedaan? De monteur die op me afkomt ziet mijn gezicht al op zeven weken onweer staan en draait zich om om zijn baas te roepen. Lucio komt er aan en schudt me lachend de hand. Ik ontplof en ratel in het Engels een heel verhaal af. Lucio maant me tot kalmte maar ik luister niet. Quattro days…roept ie in een mengelmoes van Engels en Italiaans. Nog vier dagen?? Ik wil mijn auto! Na een kwartier razen steekt Lucio zijn hand op en loopt weg. Wat doet hij? Dan komt hij terug met een autosleutel en wijst naar een oude Alfa 33 die naast de garage staat. Friday chance..zegt Lucio. Vrijdag omruilen. De Alfa voor deTipo. Ik ga schoorvoetend
akkoord. Ik mompel nog “grazie” en loop naar de Alfa. Een oude auto, vies en roestig maar hij start. Ik scheur weg,
onbedoeld maar ik moet even wennen. Ik rij langs de supermarkt en doe de boodschappen. Ik heb tenminste even weer een auto.
Sja…je weet dat dit kan gebeuren in Italië en ik roep de hele tijd dat het gewoon wennen en aanpassen is. Maar het blijft moeilijk om dat de hele tijd vol te houden als Nederlandse, zo blijkt…
Maar het was weer een leermomentje. Als ik de boodschappen wil uitladen staat mij buurman achter me om me te helpen tillen. Wat een geweldig land is dit toch!
ritme krijgen. Ik loop verder en sla linksaf richting de hoofdweg. Op naar de garage. Ik groet een onbekend stel en hoor in het voorbijgaan dat het Nederlanders zijn. Het blijft niet ongewoon om hier Nederlands te horen. De hoofdweg nadert en na een klein kwartiertje loop ik de garage in. Ik hoef geen vraag meer te stellen. Mijn Tipo staat op de brug, de motor bijna gestript en er hangt een monteur verveeld over de motorkap heen, staand op een keukentrap. Er ontstaat toch even kortsluiting in mijn hoofd. Ik word boos, echt heel boos. Wat hebben ze al die tijd gedaan? De monteur die op me afkomt ziet mijn gezicht al op zeven weken onweer staan en draait zich om om zijn baas te roepen. Lucio komt er aan en schudt me lachend de hand. Ik ontplof en ratel in het Engels een heel verhaal af. Lucio maant me tot kalmte maar ik luister niet. Quattro days…roept ie in een mengelmoes van Engels en Italiaans. Nog vier dagen?? Ik wil mijn auto! Na een kwartier razen steekt Lucio zijn hand op en loopt weg. Wat doet hij? Dan komt hij terug met een autosleutel en wijst naar een oude Alfa 33 die naast de garage staat. Friday chance..zegt Lucio. Vrijdag omruilen. De Alfa voor deTipo. Ik ga schoorvoetend
akkoord. Ik mompel nog “grazie” en loop naar de Alfa. Een oude auto, vies en roestig maar hij start. Ik scheur weg,
onbedoeld maar ik moet even wennen. Ik rij langs de supermarkt en doe de boodschappen. Ik heb tenminste even weer een auto.
Sja…je weet dat dit kan gebeuren in Italië en ik roep de hele tijd dat het gewoon wennen en aanpassen is. Maar het blijft moeilijk om dat de hele tijd vol te houden als Nederlandse, zo blijkt…
Maar het was weer een leermomentje. Als ik de boodschappen wil uitladen staat mij buurman achter me om me te helpen tillen. Wat een geweldig land is dit toch!